Skip to main content

Klavecimbel

Het klavecimbel is een snaarinstrument dat met toetsen bespeeld wordt. Vóór het ontstaan van de piano was het met het pijporgel het belangrijkste toetsinstrument. In tegenstelling tot de piano (waarbij de snaren aangeslagen worden) worden de snaren van een klavecimbel getokkeld. Het geluid van een klavecimbel lijkt wat op dat van een luit, maar dan luider. Hij of zij die een klavecimbel bespeelt is een klavecinist of een klavecimbelbespeler. In het verleden werd klavecimbel ook vaak clavecimbel of clavecymbel gespeld, maar tegenwoordig is klavecimbel de juiste schrijfwijze.

GELUID
In tegenstelling tot de piano, waar bij het indrukken van een toets een hamertje tegen de snaar slaat, wordt bij een klavecimbel de snaar getokkeld door middel van een pennetje of plectrum, vergelijkbaar met een gitaar of een harp. Oorspronkelijk werden voor deze pennetjes ganzenpennen gebruikt. Tegenwoordig zijn de plectra van plastic.

Dit mechaniek geeft het instrument weliswaar een uniek timbre (klank), maar zorgt ook voor enkele beperkingen. Op een klavecimbel is het bijvoorbeeld veel minder goed mogelijk onderscheid te maken tussen piano of forte(zacht of hard) spelen. Bovendien is het op een klavecimbel veel minder goed mogelijk “lange” noten te spelen, omdat het geluid betrekkelijk snel wegsterft. Door een noot bv. met een triller te spelen kan een toon langer gemaakt worden.

Vaak heeft het klavecimbel twee klavieren of manualen boven elkaar, die verschillende registers bedienen, te vergelijken met een pijporgel. Meestal is het ene klavier dan luider dan het andere en kunnen de twee ook gecombineerd worden voor een nog luidere klank. Op deze manier kan men op het klavecimbel een groter verschil in dynamiek bereiken.

UITERLIJK
Klavecimbels zijn er in verschillende vormen en met allerhande versieringen.

Op oudere klavecimbels zijn vaak de onderste toetsen (wat op een piano de “witte toetsen” zijn) zwart en de bovenste wit. De zwarte toetsen waren namelijk van hout gemaakt en de witte van ivoor. Omdat ivoor een veel duurder materiaal dan hout is, was men er zuiniger mee. De bovenste toetsen zijn immers kleiner en minder in aantal. Hoewel er klavecimbels bestaan in één effen kleur, zijn veel klavecimbels versierd met schilderwerk aan de binnenzijde van de klep en soms ook aan de buitenkant van de kast.

GESCHIEDENIS
Tegen het einde van de 16e eeuw werden de eerste klavecimbels gebouwd in Italië. Ze dienden als goedkoop oefeninstrument voor het pijporgel. Het nieuwe instrument waaide over naar de rest van Europa. Vooral de verdere ontwikkeling van het instrument in Vlaanderen is daarbij van belang geweest. Belangrijke componisten voor het klavecimbel waren onder meer Jan Pietersz. Sweelinck en Girolamo Frescobaldi. In de barok kreeg het instrument een andere functie. In een concert werd het klavecimbel meer en meer gebruikt als begeleidingsinstrument, dat basso continuo speelde, vaak samen met een laag blaas- of strijkinstrument zoals een fagot of cello.

In de klassieke tijd (de tijd van o.a. Mozart) maakte men meer en meer gebruik van overgangsdynamiek (geleidelijk aan sterker of zachter spelen). Omdat het klavecimbel dit niet kon spelen, zocht men naar vervanging en verdween het klavecimbel meer op de achtergrond. De wens een instrument te maken dat wel hard en zacht kon spelen resulteerde in de fortepiano. Daarmee verdween het klavecimbel uit de belangstelling.

In de 20e eeuw werden grote klavecimbels gebouwd op basis van stalen geraamtes, vergelijkbaar met de bouw van een concertvleugel. Het gebruik van staal in plaats van hout liet een grotere spanning op de snaren en dus een luidere klank toe – van belang om in volume op te kunnen tegen het uitdijende symfonieorkest. Onder andere Francis Poulenc schreef een klavecimbelconcert (het Concert Champêtre) voor een dergelijk instrument, gebouwd door Pleyel naar de inzichten van Wanda Landowska, aan wie het concert werd opgedragen. Daarna is een enorme ‘revival’ ontstaan van het klavecimbel en ook van andere barokinstrumenten zoals de blokfluit. De interesse voor de oorspronkelijke klank en de muziek die op het klavecimbel gespeeld werd zorgt er nu voor dat het klavecimbel weer volop op de concertpodia te horen is.

Verwante instrumenten zijn onder meer: het klavichord, het virginaal en het spinet.

Een spinet is een snaarinstrument dat behoort tot de klavecimbels. Het wordt op dezelfde wijze bespeeld als een klavecimbel, maar onderscheidt zich door de plaatsing van de snaren: ze liggen niet in het verlengde van de toetsen, maar maken er een hoek mee. Hetzelfde geldt ook voor het virginaal, waarbij de snaren rechtop staan; bij een spinet staan de snaren nog wel in het platte vlak, maar is de vorm opvallend: een spinet is meestal driehoekig of vleugelvormig.

Waar het gewone klavecimbel meerdere registers heeft, heeft het kleinere spinet er slechts één. Het spinet werd en wordt vooral in huiselijke kring gebruikt. Dit instrument is ook geschikt voor leerlingen die klavecimbellessen willen volgen.

Lesvormen:

  • individuele klavecimbellessen van minimaal 30 minuten (ook voor het leren van basso continuo)
  • duo- en ensemblelessen voor instrument/zang + klavecimbel
  • barokensemble
  • coaching en begeleiding op klavecimbel (repetitor)

Docent:

Muziekacademie Den Haag

Raamweg 362596 HN Den Haag Voor contact kunt u ons bellen tussen 14.00 en 17.30 uur van maandag t/m vrijdag. Onze vrijwilligers staan u dan graag te woord. Indien er geen vrijwilliger beschikbaar is of zij/hij uw vraag niet kan beantwoorden, gaarne een e-mail sturen. 070 743 00 55 Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.